De dojo is de oefenruimte waar we onze gevechtssport beoefenen. In onze dojo, en in een full-body contactsport zoals Kyokushin-karate, is discipline zeer belangrijk. Daarom hanteren we in onze dojo niet alleen een dojo-eed (gedragscode), maar ook een dojo-etiquette. Dit zijn de afspraken waaraan we ons houden als we de dojo betreden.
- Deze afspraken worden gaandeweg vanzelf duidelijk. We helpen elkaar hierbij. Heb je hierover een vraag, spreek ons dan zeker aan.
- Om de trainingen vlot te laten verlopen, verwachten we dat onze leden, hun ouders en de trainers zich aan onderstaande afspraken houden.
Praktische afspraken
- Na het betreden van de dojo leg je je ledenboekje op de tafel vooraan. Hierin wordt je aanwezigheid op de training opgenomen. Na de training haal je je boekje weer op.
- Je komt op tijd naar de training (5 min. voor de start van de training). Ben je te laat, dan loop je niet zomaar de tatami op. Zet je dan in stilte op je knieën (seiza-houding) aan de rand van de mat en wacht op het teken van de lesgever dat je bij de les mag aansluiten.
- Tijdens de les verlaat je pas de dojo nadat je hiervoor toestemming hebt gekregen van de lesgever.
- De leraar wordt nooit met de naam aangesproken, maar altijd met "Shihan", "Sensei" of "Senpai" (afhankelijk van de graad van de trainer).
- Een "Senpai" is ieder die in graad boven je staat en les geeft.
- Maak geen onnodig lawaai tijdens de les, dit verstoort de les en de concentratie van de andere karateka’s.
- Richtlijnen of opmerkingen van de lesgever aan de karateka’s worden beantwoord met de groet ‘Osu’.
- Vechten gebeurt alleen op de mat en nooit op straat. De vechttechnieken die je leert mogen alleen worden gebruikt bij verdediging van jezelf of van anderen.
- Ouders mogen in stilte de training bijwonen.
Binnenkomen en verlaten van de dojo/tatami
- Bij het binnen- en buitengaan van de dojo groet je deze (aan de deur): Osu (‘ik groet u allen’).
- Bij het betreden en verlaten van de tatami groet je deze: Osu (‘ik groet u allen’).
- Na het betreden van de tatami groet je de lesgever(s): Osu (‘ik groet u allen’).
Start en einde van de training
- Aan het begin van de training gaan de lesgevers opgelijnd staan in fudo-dashi. Ga dan tegenover de lesgevers in blok staan, gerangschikt per graad (hoogte graad zit rechts op de eerste rij).
- Op de uitroep ‘szeeza’ gaat iedereen zitten: op de knieën, met het zitvlak op de hielen en de vuisten in de zij (seiza-houding).
- De leerling met de hoogste graad roept ‘mokuso’. Dan sluit iedereen de ogen. Dit is de meditatieve start van de karateles. Het geeft je de kans om je mentaal voor te bereiden op wat er gaat komen.
- Bij ‘mokuso-yame’ gaan de ogen weer open.
- Daarna volgen de groeten. We zetten de vuisten op de grond en buigen bij elke groet (hou het zitvlak op de hielen) voor:
- Sosai-ni-rei. We groeten de afbeelding van de grondlegger van de kyokushinkai: Sosai Masutatsu Oyama.
- Shihan-ni-rei. De grootmeester draait zich om naar de leerlingen. Hij wordt gegroet door de leerling met de hoogste rang: ‘Shihan-ni-rei’.
- Sensei-ni-rei. De meester draait zich om naar de leerlingen. Hij wordt gegroet door de leerling met de hoogste rang ‘Sensei-ni-rei’.
- Senpai-ni-rei. De andere leraars worden gegroet door ‘Senpai-ni-rei’.
- Ottogai-ni-rei. De leerlingen worden gegroet door ‘Ottogai-ni-rei’.
- Na de groeten blijft iedereen in "szeeza" zitten tot de leraar zegt wat er moet gebeuren.
Uitrusting
- We dragen geen schoenen op de tatami.
- Draag een volledig en propere uitrusting.
- Knoop je obi (je band) op de juiste manier.
- Draag de correcte uitrusting: obi en gi met IFK badge, Ryo Dojo badje en Kanji.
- Je hebt je karatebescherming (hand- en scheenbeschermers) altijd bij je, deze liggen klaar in de dojo.
Orde en hygiëne
- Je kleedt je om in de kleedkamer, niet in de dojo.
- Zakken, jassen en schoenen zet je in de kleedkamer en niet in de dojo.
- Je doucht je na de training.
- We eten niet in de dojo.
- Je draagt geen sieraden tijdens de training.
- Heb je lang haar? Doe het dan vast in een vlecht of een staart.
- Je nagels (handen en voeten) zijn proper en kort geknipt, zodat je jezelf en anderen geen pijn doet tijdens een gevecht.